Gezondheidsrisico’s van elektromagnetische straling

Zichtbaar, hoorbaar of voelbaar zijn ze niet, maar toch zijn we er 24 uur per dan in ondergedompeld. Op de lucht om ons heen na, vormen elektromagnetische velden (emv’s) onze meest invasieve omgevingsfactoren. Desondanks besteedt bijna niemand er nog veel aandacht aan.

Gevoelig voor elektromagnetische velden en straling

De meeste mensen lijken niet veel te merken van het brede scala elektromagnetische velden dat ons omgeeft. Voor een kleine groep mensen is de straling echter ziekmakend: de zogeheten ‘elektrosensitieve’ mensen. Voor hen zijn de velden die alledaagse elektrische apparaten genereren, dermate invaliderend dat ze de grootste moeite hebben een normaal leven te leiden. De symptomen die ze kunnen krijgen, variëren van hoofdpijn tot chronische vermoeidheid.

Hoe vaak komt het probleem voor? Gezien de minieme publiciteit die eraan wordt gegeven, is het begrijpelijk dat elektrohypersensitiviteit (ES) hen niet veel zegt. Maar het zou best kunnen dat maar liefst 3 procent van alle mensen hevige overgevoeligheidsreacties vertoont voor EMV’s, aldus een Zweeds onderzoek van het prestigieuze Karolinska Instituut (1). Zweden vormt een uitzondering. Dit land neemt het probleem namelijk serieus, in tegenstelling tot de meeste andere landen waar de medische stand het probleem vaak ontkent en waar elektrosensitieve mensen voor hypochonders worden aangezien. Is het ES inderdaad slechts een denkbeeldig probleem? Of zijn degenen die er nu aan lijden te vergelijken met de kanaries die vroeger vooruitgestuurd werden in de mijnen, en dus op te vatten als een waarschuwing aan ons allen voor de gevaren van een wereld met steeds meer elektromagnetische velden?
De evolutie van de mensen is miljoenen jaren oud, maar alleen al in de afgelopen vijftig jaar zijn we steeds sneller blootgesteld aan steeds grotere hoeveelheden kunstmatige elektromagnetische straling. Toegegeven, we zijn geëvolueerd in een elektromagnetische omgeving (vooral door straling van de zon en het elektromagnetische veld van de aarde), maar die natuurlijke velden zijn heel anders dan de EMV’s die door elektrische energie ontstaan.

Elektromagnetische gevaren

De eerste ‘kanaries’ die ons waarschuwden voor de verborgen gevaren van EMV’s waren de arbeiders in industrieën die met elektriciteit te maken hadden. Tot verbazing van overheden bleken er significante beroepsrisico’s te kleven aan regelmatige blootstelling aan hoge doseringen elektromagnetische straling. Ook hier nam Zweden het voortouw toen in dit land onderzoek werd gedaan naar verbanden tussen blootstelling aan EMV’s en ziekten. Reeds meer dan tien jaar geleden werd aan het Zweeds Nationaal Instituut voor Bedrijfsgeneeskunde een negentien jaar durend onderzoek afgerond naar de risicoverhoging van verschillende ziekten onder elektriciteitsarbeiders. Daaruit kwam een duidelijk patroon naar voren. Deze arbeiders bleken consequent een verhoogd risico te hebben van twee soorten kanker: hersentumoren en leukemie (een kwaadaardige bloedkanker). Tevens bleek er een relatief consistente dosisrespons te bestaan: grofweg was het risico van kanker groter naarmate de blootstelling aan EMV’s hoger was. Onder elektrotechnici en elektriciens was het risico van leukemie bijvoorbeeld met 30 procent gestegen, maar onder mensen die op hoogspanningslijnen werkten, was het risico tot wel twee keer zo hoog als normaal. Lassers bleken een toename van 30 procent te hebben aan hersentumoren, maar assembleurs van tv-toestellen en radio’s, die meer continu blootgesteld zijn, hadden een bijna drie keer zo hoog risico als normaal om dergelijke tumoren te ontwikkelen (2).

Toen diezelfde twee vormen van kanker opdoken bij bestuurders van elektrische trams besloten de Zweedse bedrijfsgeneeskundigen te onderzoeken hoe dat kwam. Hun conclusie was behoorlijk verontrustend. Het bleek dat vier van de vijf bestuurders ‘significante afwijkingen’ in hun chromosomen hadden. Maar nog verontrustender was dat die reeds bij een relatief laag stralingsniveau optraden, namelijk van slechts 2 microtesla (zie kader). Blijkbaar, zo luidde hun conclusie, kunnen zelfs laag gedoseerde EMV’s ‘genotoxische eigenschappen’ hebben (3). Later is dat bevestigd door Amerikaans onderzoek aan de Universiteit van Washington in Seattle, waar in cellen van ratten ‘breuken in DNA-strengen veroorzaakt door elektromagnetische velden’ werden aangetroffen (4).

Maar niet alleen mensen werkzaam in de elektriciteitsindustrie blijken een verhoogd risico te lopen. Aan het eind van het afgelopen jaar meldde een onderzoeksteam van de universiteit van Oxford de resultaten van een onderzoek naar de effecten van elektrische stroomdraden op de gewone bevolking en met name op kinderen. Na vergelijking van meer dan 35.000 patiëntendossiers bleek dat kinderen die binnen een straal van 100 meter van hoogspanningskabels wonen, een bijna tweemaal zo hoog risico liepen leukemie te krijgen (5).

De bio-elektromagnetische mens

Dergelijke resultaten vormen geen verrassing voor wetenschappers uit het relatief nieuwe veld van de bio-elektromagnetica. Reeds veertig jaar geleden toonde de Amerikaanse wetenschapper Robert Becker als één van de eersten aan dat het menselijk lichaam zijn eigen, zeer laaggedoseerde, natuurlijke EMV’s heeft en dat die velden een functie hebben bij veel zelfgenezende lichaamsprocessen. Zijn ontdekking werd later kracht bijgezet door het werk van de Duitse natuurkudige Fritz-Albert Popp en de Franse bioloog wijlen Jacques Benveniste. Onafhankelijk van elkaar toonden zij aan dat alle lichaamscellen met elkaar communiceren door middel van zeer kleine elektromagnetische en kwantummechanische frequenties.

Die bevindingen lijken erop te wijzen dat wij in essentie elektromagnetische wezens zijn, wat het alleen maar begrijpelijker maakt dat we van externe EMV’s nadelige invloeden ondervinden. Tot nu toe echter is die aanslag op de gezondheid niet duidelijk zichtbaar, waardoor nog maar weinigen van ons de neiging hebben de 21ste eeuw af te wijzen. Toch wijzen de kwaadaardige aandoeningen die ontstaan wanneer mensen in een bepaalde mate aan EMV’s worden blootgesteld, erop dat die velden in essentie giftig zijn. Ze moeten dus op z’n minst ieder van ons enige schade berokkenen, ook al kan die te klein zijn om te meten of wegvallen in de ‘ruis’ van alle andere aanslagen op ons immuunsysteem. Om die reden zijn die 3 procent van de mensen die uitzonderlijk sensitief zijn voor EMV’s zo belangrijk. Voor hen valt de 21ste eeuw te vergelijken met leven in een bijna constante ‘elektromagnetische smog’ (6). Met name in vroege stadia van de aandoening zijn de symptomen moeilijk te onderscheiden van gewone gevoelens zoals ‘zich uitgeput voelen’. Alasdair Philips, die aan ES lijdt, beschrijft het begin als ‘een algemeen gevoel alsof er een griepje aan zit te komen dat steeds maar niet doorzet’ (7).

Symptomen van elektrohypersensitiviteit (ES)

In 1998 werd door een Zweedse vakbond een onderzoek uitgevoerd naar de belangrijkste ES-symptomen (8). Boven aan de lijst stonden oogklachten, beschreven als een pijnlijk, irriterend gevoel van ‘zand in de ogen’, soms in combinatie met fotofobie (aversie voor licht). Deze werden op de voet gevolgd door huidaandoeningen: gevoelens van irritatie, warmte, jeuk, droogheid en tintelen; ook wordt de huid vaak rood of ontstaan zelfs uitslag of pukkels (9). Het vaakst zijn de neus, mond en het gezicht aangedaan, maar in principe kan het overal optreden. Andere klachten op de lijst waren hoofdpijn, vermoeidheid, concentratieverlies en verlies van het korte termijn geheugen, depressie, ademtekort, overmatige dorst, een doof gevoel en ‘steken in’ of zwakte van de gewrichten met uiteindelijk ernstige chronische pijn zoals bij fibromyalgie.

Volgens dr. Robert Becker is er een duidelijke parallel tussen ES en de symptomen van multiple chemical sensitivity (MCS) ofwel meervoudige chemische overgevoeligheid, eveneens een omgevingsziekte, die steeds vaker voorkomt als gevolg van blootstelling aan giftige chemicaliën zoals pesticiden. Bij beide treden dezelfde kenmerken op die horen bij stoornissen van het immuunsysteem door toxische overbelasting (10). Volgens dr. William Rea, een arts die zelf lijdt aan zowel MCS als ES en die duizenden mensen met omgevingsziekten heeft behandeld, is het zelfs zo dat de patiënt vaak het verschil niet weet te maken tussen de symptomen van ES en MCS. Het feit dat veel patiënten melden dat hun ES begon na een toxische chemische belasting, is een duidelijke aanwijzing dat er een verband bestaat.

Zit ES ‘tussen de oren’?

Uiteraard maakt dit alles niet veel indruk op de conventionele medische stand, waar zowel MCS als ES meestal worden afgedaan als ingebeelde ziekten die ‘tussen de oren’ zitten. Die opvatting wordt echter weersproken door bewijzen uit de afgelopen 25 jaar.

Zo werd enkele jaren geleden in Zweden aangetoond dat patiënten met ES duidelijke fysiologische verschillen vertonen met niet-patiënten, bijvoorbeeld in polssnelheid en galvanische huidrespons (dit zegt iets over de zweetproductie). Volgens de onderzoekers hebben ‘ES-patiënten een tamelijk specifieke fysiologische predispositie (aanleg) voor gevoeligheid voor fysieke en psychosociale omgevingsfactoren’ (11).

Verder zijn door twee onderzoeksteams geblindeerde trials gedaan met ES-patiënten, die willekeurig werden verdeeld in een groep die aan echte, en een groep die aan nep-EMV’s werd blootgesteld. In de jaren tachtig werkten de allergoloog dr. Jean Monro en de natuurkundige dr. Cyril Smith samen aan een serie blootstellingstests. Uit hun bevindingen bleek dat ES-patiënten reageerden wanneer EMV-apparatuur werd aangezet, en niet reageerden als deze uit stond (12). Dezelfde resultaten werden begin jaren negentig gemeten door de eerder genoemde dr. Rea, pionier op het gebied van behandelingen voor omgevingsziekten, bij zijn dubbelblinde trials. Daarbij wisten noch de artsen noch de patiënten wanneer de EMV’s werden gegenereerd. Van de honderd ES-patiënten reageerden er zestien op de aanwezigheid van EMV’s (13).

Meer recent is in de Verenigde Staten aangetoond dat zelfs wanneer niet-ES-patiënten ’s nachts in hun slaap aan EMV’s worden blootgesteld, er een significant effect optreedt in hun variatie in polssnelheid. Hiermee kun je hartaandoeningen voorspellen. Nu wordt aangenomen dat dit effect van EMV’s erop wijst dat er op de lange termijn schade aan het hart optreedt (14). Bij dierexperimenteel onderzoek bleken ratten die erin waren getraind uit doolhoven te ontsnappen significant slechter te presteren na blootstelling aan EMV’s, zelfs aan relatief zwakke velden (15).

Een ander teken dat ES een werkelijk bestaande aandoening is, is de ontdekking dat sommige ES-patiënten zelf EMV’s uitstralen die zo intens zijn dat elektrische apparaten ervan gaan haperen. In hun aanwezigheid gaan er heel vaak apparaten als tv’s en broodroosters kapot en raken lichtpeertjes vaker ‘op’ dan normaal (16).

Verklaringen

Een van de problemen die een algehele acceptatie van EMV-gerelateerde aandoeningen in de weg staat, is het gebrek aan een samenhangende medische verklaring voor schade door EMV’s, vooral in het geval van ES. Volgens één theorie ligt de verklaring in het hormoon melatonine, dat een krachtige natuurlijke stof tegen kanker is. Bij Duits proefdieronderzoek dat lang geleden werd uitgevoerd, bleek dat zelfs bij matige gedoseerde EMV’s het melatonine al behoorlijk onderdrukt kon worden, wat een plausibele verklaring oplevert voor de link tussen kanker en EMV’s. Maar uit onderzoek met mensen zijn nooit dergelijke duidelijke resultaten naar voren gekomen. Door een recent overzicht van alle bewijzen wordt die theorie zelfs in twijfel getrokken, omdat de gegevens ‘inconsistent’ bleken (17).

Onlangs deden Zweedse wetenschappers echter een interessante ontdekking: EMV’s kunnen een soort allergische respons oproepen door lichaamscellen tot hetzelfde soort veranderingen aan te zetten die de allergenen bij hooikoorts (pollen) uitlokken, met als gevolg vrijmaking van histamine (18).

Hoe het ook zij, sommige deskundigen vinden het niet zo belangrijk wat nu precies het achterliggende mechanisme is, aangezien de biologische basis van het probleem overduidelijk is. ‘Het menselijk brein heeft een elektrisch veld en als je daar bronnen van EMV’s vlakbij brengt, is het niet verwonderlijk dat er verstoringen ontstaan, interacties tussen systemen en schadelijke effecten aan cellen en moleculen,’ aldus professor Olle Johansson van het Karolinska Instituut in Stockholm, reeds twintig jaar een wereldberoemde autoriteit op het gebied van ES.

Wetenschappers als Johansson zijn helaas nog roependen in de woestijn. Toch zijn er in de afgelopen tien jaar wel belangrijke verschuivingen opgetreden in de officiële opvatting over de risico’s van EMV’s. Steeds meer wordt erkend dat, hoewel het wetenschappelijk bewijsmateriaal nog niet toereikend is, er genoeg alarmerende tekenen zijn die tot bezorgdheid manen. Overal ter wereld stellen overheden nu de aanbevolen maxima aan blootstelling aan EMV’s naar beneden bij (zie het kader). De niveaus die in het verleden veilig werden geacht, worden nu officieel gevaarlijk verklaard. De parallel met röntgenstraling is overduidelijk. Vijftig jaar geleden ging men ervan uit dat die zo goedaardig was dat je er in schoenwinkels de voetmaat van kinderen mee mocht opmeten. Inmiddels weten we dat geen enkele blootstelling aan röntgenstraling, hoe klein ook, volledig ongevaarlijk is.

Eén decennium geleden, in 1995, schreven ambtenaren van de Amerikaanse National Council on Radiation Protection and Measurements (NCRP) een rapport over de gevaren van EMV’s, dat werd afgesloten met een afgewogen doch ferme waarschuwing. ‘Een significant deel van de wereldbevolking is wellicht blootgesteld aan een lage mate van risico,’ zo schreven ze, ‘maar [dat is] een risicofactor met belangrijke consequenties op maatschappelijk gebied vanwege de invasieve aard en de ernstige gevolgen voor getroffen personen.’ Die bewering is echter nooit officieel gepubliceerd. De enige reden dat u haar hier kunt lezen is, dat ze uitgelekt is naar de Amerikaanse campagnepublicatie Microwave News.
Nog belangrijker informatie, achtergehouden door de Amerikaanse autoriteiten, was de aanbeveling van de NCRP om het toegestane maximum voor blootstelling aan EMV’s te verlagen met een factor 500: van 100 microtesla naar slechts 0,2.

Tony Edwards

Gezond aankomen in gewicht met deze 6 tips!

Wanneer je BMI (Body Mass Index) lager is dan 18,5 is er sprake van ondergewicht. Net als bij overgewicht kan dit erg slecht zijn voor je ...

Bloemkool bieslook paleo recept

Heerlijk bloemkool recept met verrassende ingrediënten zoals kurkuma, het de laatste jaren zoveel besproken kruid. Boordevol gezondheid, snel en makkelijk te maken, de zomer op ...
Vitamine B12 tekort

Vitamine B12 tekort: risico voor vegans of veganisten

Vitamine B12 tekort komt steeds vaker voor. Vitamine B12 staat ook bekend als cobalamine. Deze vitamine komt vrijwel uitsluitend voor in dierlijke producten en daarom ...

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *